Our Homeland is niet voor niks de opener van deze editie: het was de Japanse inzending voor de Oscar voor Buitenlandse Film. Een oerdegelijk, oer-Japans drama dus… met een Koreaanse regisseur.
Dat uitgerekend deze film het tot beste Japanse film van het jaar schopte is tekenend voor de groeiende openheid van de 21ste eeuwse cinema in Japan.
Anderzijds is het een film die enkel door een Koreaan had kunnen gemaakt worden: regisseuse Yang Yong-hi verwerkt in dit debuut haar eigen levensverhaal als niet-Japanner in Japan.
Centraal in dit sublieme geregisseerde en intens vertolkte drama staat de ideeënstrijd tussen het kapitalistische Japan en het totalitaire Noord-Korea, beide verpersoonlijkt door zus en broer. De één geboren en getogen in het vrije Japan, de ander als tiener naar ‘beloofde land’ Noord-Korea gezonden door zijn vader om er de communistische droom te verwezenlijken. Wanneer hij na 25 jaar uitzonderlijk de toestemming krijgt naar Japan af te reizen om medische redenen, wordt de familie geconfronteerd met lang onverwerkte gevoelens.
Mede dankzij de wonderlijk rauwe acteerprestaties van de voltallige cast leren we hoe verpletterend het gewicht van de geschiedenis kan zijn op mensen van vlees en bloed. Scène na scène vallen de beschermingslaagjes van de personages echter af, zoals ook propaganda in het niets verdwijnt wanneer er tranen vloeien.
Award: