In een verlaten pand in de love hotel-buurt van Shibuya wordt het lijk van een vrouw gevonden, of beter: twee paspoppen die haar ledematen dragen. Politie-inspectrice Kazuko wordt Code37-gewijs uit een intiem samenzijn weggebeld naar de crime scene en zal samen met het publiek de ware toedracht achter de lugubure ontdekking ontrafelen.
De aanzet van deze erotische thriller zet al meteen de juiste toon: dit gaat over vrouwen en bedrog, verderf en ontembare lusten.
We leren nog twee andere dames kennen: eerst Izumi die vastgeroest in haar liefdesloze huwelijk met een succesvolle neuroot-schrijver zichzelf willens nillens in een neerwaartse spiraal van seksuele fantasiën stort. Via deze weg ontmoet ze de enigmatische Mitsuko, die haar tot nog verdere excessen drijft.
Hoewel dit op ware feiten gebaseerd verhaal evenzeer zou kunnen vervallen in platte erotiek, levert Sono in dit laatste luik van zijn “Haat”-trilogie een uiterst bezwerende prent die ons met zijn klassieke score en kaleidoscopische cinematografie volledig de wereld daarbuiten zal doen vergeten. Zijn wereld is er één van de diepe krochten van de menselijke ziel, die op bijna kafkaïaanse wijze worstelt tussen moraliteit en dierlijke vrijheidsdrang. Zijn wereld zal gedurende twee uren ook de uwe worden.